De seizoensfeesten

Nederlands Heidendom ondersteunt de zon in haar kringloop door het jaar door tijdens ons Joel- en Midzomerfeest bijzondere rituelen uit te voeren. Met midwinter brengen we een brandend joelrad aan het draaien, en met midzomer knuppelen we de koningsvogel uit de midzomermeie. We doen dit omdat de traditie ons dat opdraagt. Onze heidense voorouders deden het zo, en daarom doen wij het nu ook weer zo. Het is voor ons de norm, ja het is een deugd om de viering zo te doen, zoals de heidenen het oudtijds deden. Zowel het joelrad als de koningsvogel staan natuurlijk symbool voor de zon.

Midzomer
Met Midzomer lijkt het of de zon stil staat op het hoogste punt. Dit is een spannend moment. De zon mag namelijk niet altijd op zijn hoogste punt blijven staan. Na de zomer moet de herfst komen, waarin vruchten afrijpen. Vervolgens moet de winter komen, waarin alles sterft, om in de lente opnieuw geboren te worden. Met het neerknuppelen van de koningsvogel wordt de zon aangemoedigd haar stervensfase in te gaan. De dagen worden weer korter en de zon komt weer lager aan de hemel te staan. De kringloop van de seizoenen, en daarmee van het leven, moet doorgaan.

De stralende god Balder wordt in de kracht van zijn leven door Höder gedood. De god van het licht wordt door die van de duisternis vermoord. Tijdens ons midzomerfeest wordt de Baldermythe voorgedragen, om ons ritueel van het neerknuppelen van de koningsvogel met de bijbehorende gebruiken te heiligen. De mythologische gebeurtenis is voor ons het model bij het vieren van het midzomerfeest. De Baldermythe is het goddelijke oermodel voor de midzomerviering. De mythe verbindt ons met de goden, en geeft de rituelen van ons midzomerfeest een realiteit.

Midwinter
Joeltijd, de tijd van de twaalf gewijde nachten. Nachten die langer zijn dan alle andere. De zon kruipt overdag net boven de einder. Op de dagen dat de wolken dik en donker dragen, en de nevel over dorp en dal hangt, lijkt het of de zon niet meer opkomt.

Joeltijd is het als de winterzonnewende plaatsvindt. Wij noemen het ook Wolfstijd. Het is het dieptepunt van het jaar. Na Midzomer zijn de dagen almaar korter geworden, tot aan de midwintersdag. Het is de tijd waarin de zon stil staat, het rad van de tijd is vastgevroren. In onze beleving lijkt het of, in de twaalf dagen na de winterzonnewende, de daglengte niet meer verandert. De zon is betoverd.

Joeltijd; de krachten van de chaos ruiken hun kans. De twaalf donkerste nachten worden niet voor niets de ruwe nachten genoemd. De zinnen worden begoocheld, tovenarij en spokerij hangt in de lucht. Het zijn de nachten waarin de doden rondgaan, om aan de zijde van de levenden tegen de krachten van chaos te strijden. De Goden, de overleden voorouders en de levenden, de gehele gemeenschap dus, werken op dit scharniermoment van het jaar samen.

Het Joelfeest wordt intens en heftig gevierd. Offer en feestmaal, schieten, hoornblazen, klokluiden, joelen, uitroken, fakkelen en branden van vuren. Alles moet op alles gezet worden, zodat de kruier het joelrad weer in beweging zet, en het mysterieuze levensbeginsel in de moederschoot kan gaan spruiten. De zon moet herrijzen en de natuur herleven, alleen dan kan de mens overleven.

Joel is levensvernieuwing!

Diep grijpt het wisselen van de seizoenen, en de eeuwige afwisseling van licht en duisternis in het gevoelsleven van de heidebewoners. Ook nu nog is het kerstgevoel in Noordwest Europa verbonden met het landelijke gebied. Buiten de besneeuwde velden, bossen die kraken onder de vorst, een sprankelende sterrenhemel. Binnen in de huizen zit de familie spelletjes te spelen bij de groenblijvende takken van hulst, ijf en maretak, in de hoek staat een kerstboom; er is een knapperend haard. De beker vol mede of winterbier, het joelzwijn aan het spit, en er zijn vrolijke volksmelodietjes te horen.
De oogst is al lang binnen, het vee staat op stal, het bier gist in het vat, buiten heeft de stervende natuur zich in de knop terug getrokken. Het is de tijd, dat meer dan anders, aan de eindigheid van een mensenleven en aan sterven gedacht wordt. De overleden voorouders worden geëerd. Tegelijkertijd treft men maatregelen om het kwetsbare nieuwe leven door deze gure donkere periode te helpen. Een minnedronk vindt plaats ter herinnering aan de voorouders en de tradities die zij nagelaten hebben. De levenden wisselen elkaar geschenken uit, om de gemeenschappelijke banden aan te halen.

Midwinter; het is de scheiding van het jaar, einde en begin, dood en leven. Het is de tijd waarin terug- en vooruitgekeken wordt. Herinneringen worden opgehaald en toekomstplannen worden gemaakt. Voorspellingen over de toekomst moeten inzicht geven in wat komen gaat.

De twaalf nachten van midwinter worden moeders nachten genoemd. Joel is de tijd om de beschermende moeders, de wijze vrouwen en hun beschermgodin Freîja, te eren. Het is de tijd waarin sterk gevoeld wordt dat het zwakkere tegen de ongure elementen beschermd moet worden. Dit is de beschermende liefde voor de kleinste kinderen, voor spruit en kiem, voor alles wat in het aankomende jaar moet ontluiken. Deze oeroude Germaanse levensbeschouwing sluit naadloos aan bij de voorstelling van de geboorte van het Kerstkind. Daardoor kon de Kerstgedachte met zoveel overtuiging door onze heidense voorouders omarmd worden. Het is de geboorte van het kwetsbare dat de potentie van het hoogste in zich draagt: leven. In het midden van de winter begint het nieuwe leven.

Het is ook de tijd van tovenarij. De zon is bezworen, winterstormen jagen over het donkere land. Bij nacht zijn alle katjes grauw, en de zinnen worden begoocheld. In deze nachten stormt de schimmelrijder Wodan aan de spits van zijn heer van doden. De Grimmige en zijn gemaskerden vechten tegen de krachten van duisternis. In tijden van tovenarij en spokerij is het goed de grote magiër aan je zijde te hebben. De winterzonnewende is de meest onheilspellende en gevaarlijkste tijd van het jaar. Offers, afweermagie en wichelarij zijn onze hulpmiddelen.

.